Dag en nacht boeken voor een euro

De etalage van Sporadisch Antiquarisch

Een markante persoonlijkheid is Diederick van Kleef zeker. De eigenaar van tweedehands boekhandel Sporadisch Antiquarisch houdt onvoorwaardelijk van boeken. Buiten in het raamkozijn staat dag en nacht een stapel boeken, die je voor een euro per stuk kan aanschaffen, ook als de winkel aan het Sarphatipark gesloten is. Van Kleef vertrouwt erop dat mensen zo vriendelijk zijn om het geld voor het gekozen boek in de brievenbus te deponeren.

Marktkoopman
Van Kleef ontvangt me in zijn woning annex boekwinkel. Formeel is hij marktkoopman en hij staat ook op de boekenmarkt aan het Spui. In de voorkamer tussen alle boeken, al dan niet in rekken en dozen, vertelt Van Kleef hoe hij, ongeschikt voor school, de grafische opleiding deed. Daar werd zijn liefde voor boeken aangewakkerd. Van Kleef praat bedeesd, maar met duidelijke stem. Zorgvuldig kiest hij zijn woorden, onderwijl met enige regelmaat zijn al wat grijzende maar nog volle krullenbos schikkend. Ondertussen toont hij me enkele van zijn zelfgemaakte boekwerken. Bijzonder gestileerde en vormgegeven exemplaren met elk een eigen geschiedenis en touwtje. De touwtjes zijn Van Kleef’s handelsmerk.

Kunstschilder
Na de grafische school studeerde Van Kleef aan de kunstacademie. Overal in huis hangen schilderijen van hem, voornamelijk op Mondriaan geïnspireerd werk. In zijn atelier op de eerste verdieping vertelt hij met passie over de schilderijen van Mondriaan en over de manier waarop zijn eigen werk tot stand komt. Vaak begint Van Kleef met een enkele lijn om er vervolgens alsnog voor te kiezen de geplaatste lijn weer weg te vegen. Tegenwoordig verdiept hij zich in het spiritualisme. Van Kleef: “Met schilderen is het belangrijk de rust te bewaren. Schilderen is voor een groot deel alleen maar kijken. Sommige schilderijen begonnen met wat klodderen, maar het gaat steeds meer toe naar een krachtig beeld, het wordt veel intuïtiever.”

Pelgrimage
Van Kleef denkt eraan Amsterdam te verlaten. De stad waar hij dertig jaar geleden vanuit Arnhem neerstreek. De Pijp is nog steeds aangenaam, maar hij constateert dat er de laatste jaren te veel studenten zijn komen wonen. Echte verhuisplannen heeft hij nog niet. Eigenlijk streeft Van Kleef naar het kluizenaarschap. Het is zijn pelgrimage. Van Kleef: “Daar ben ik nu echt wel aan toe. Ik zoek vooral een plek waar ik kan schilderen en tuinieren en waar ik mijn eigen voedsel kan verbouwen. Ik vind steden leuk om ernaar toe te kunnen gaan. In een provinciestad, zoals Arnhem gebeurt eigenlijk ook al genoeg. Er zijn maar een paar galeries, waar je mensen veel makkelijker vaker ontmoet. Je blijft als kunstenaar in beeld. Hier ga je al snel op in de anonimiteit.” Van Kleef zegt lachend dat hij onder één voorwaarde bereid is om zijn vertrek uit Amsterdam te heroverwegen: ls er meer schilderijen van hem gekocht worden.