Cinétol voormalig heiligdom van cinefielen

Links: De Franse filmregisseur François Truffaut voor CinéTol in de jaren zestig. Rechts: Programmaboekje CinéTol uit 1965

Een markant gebouw in De Pijp is CinéTol in de Tolstraat, waar nu de openbare bibliotheek zit. Wat is dit voor vreemd gebouw en wat was er hier vroeger?

In de jaren 1926 – 1927 liet de Theosofische Vereniging in de Tolstraat een tempel bouwen, die tevens dienst deed als vergaderruimte. Het werd gebouwd in de stijl van de Nieuwe Zakelijkheid en kreeg de vorm van een kwart cirkel. Voor het ontwerp tekenden architecten J. Brinkman en L. C. van der Vlugt. Laatstgenoemde zou in de jaren dertig wereldberoemd worden met ijn ontwerpen voor de Van Nelle fabriek in Rotterdam en het stadion ‘De Kuip’ van voetbalclub Feijenoord in diezelfde plaats.

In de zaal was plaats voor 600 bezoekers, 400 beneden en 200 op het balkon.

Al snel na de ingebruikname bleek de exploitatie niet meer rendabel en vanaf 1933 werd het gebouw verhuurd als concert- en gehoorzaal. Er werd zelfs nog sjoel gehouden door het Liberaal Joods Kerkgenootschap.

In de oorlogsjaren eiste de Duitse bezetter het gebouw op en werd het omgebouwd tot bioscoop. De zaal en het balkon werden vergroot en de NSB-er August Bierman kreeg de dagelijkse leiding van de bioscoop, die Thalia werd genoemd. Door het ontbreken van elektriciteit in die tijd werden er steeds vaker concerten, cabaret- en revuevoorstellingen gegeven. Zo herinnerde wijlen dichter en destijds Pijpbewoner Simon Vinkenoog zich vooral de live jazz-optredens op zondag in Thalia.

Na de tweede wereldoorlog werd het buurtbioscoop Cultura en in 1954, na het uitschrijven van een prijsvraag, kreeg het gebouw zijn huidige naam: CinéTol. De winnaar en bedenker van de naam werd op het podium geroepen en mocht zijn prijs van 100 gulden in ontvangst nemen.

In 1961 werd Cor Koppies directeur en hij maakte van CinéTol Amsterdams eerste filmhuis (een alternatieve bioscoop, waar films worden vertoond met een artistieke waarde). Koppies vertelt in een interview uit 1994: “Ik had natuurlijk de tijd mee. Na de saaie jaren van de wederopbouw bestond er een enorme cultuurhonger. Niet alleen op filmgebied, maar ook in de literatuur en het theater. Overal was het explosief, je verzoop er bijna in. Ik had geen ervaring met programmeren en ging vooral op mijn eigen smaak af. Een van de eerste dingen die ik deed was het organiseren van een retrospectief rond Ingmar Bergman, destijds nog een omstreden figuur. Dat bleek enorm aan te slaan. We organiseerden Franse weken, Italiaanse weken en teach-ins, de Nouvelle Vague werd populair, we gaven zelf programmablaadjes uit; het bruiste als een gek.” En dat alles zonder een cent subsidie.

Vanaf 1966 begonnen de dagelijkse nachtvoorstellingen. Tegen twaalven vormden zich in de Tolstraat eindeloze rijen met studenten en docenten van de Filmacademie, filmjournalisten, Skoop-lezers en andere belangstellenden. Zij keken er naar films van Polanski, Chabrol, Truffaut en vele andere minder bekende regisseurs en rookten, dronken en discussieerden wat af in dit nu verworden heiligdom voor cinefielen.

Met een inleiding vooraf en een discussie achteraf was het soms al weer licht buiten als toenmalig filmoperateur Piet Hartog de deur van CinéTol op slot deed: ”Ik zag mijn bed niet meer, ik was op het laatst dag en nacht in CinéTol aanwezig. Al die nachtvoorstellingen, hoe haalt iemand het in zijn kop?”

De huidige directeur van Het Ketelhuis, Alex de Ronde, verlangt nog wel eens terug naar die tijd in CinéTol: ”Legendarisch waren de nachtelijke film teach-ins. Het zou me heel wat waard zijn als die sfeer kon herleven.”

Ook jongere filmmakers hebben herinneringen aan bioscoop CinéTol. Zo zag regisseur Eddy Terstall (1964) hier zijn eerste film: Bambi en hij hield het bepaald niet droog.

In de jaren ‘70 wil de Theosofische Vereniging het gebouw verkopen aan een projectontwikkelaar, maar buurtbewoners, film- en architectuurliefhebbers verenigden zich in het comité ‘Geen gesol met CinéTol’, en met succes. Het pand werd op de monumentenlijst geplaatst en de gemeente kocht het op. Er heeft nog even een moskee in gezeten alvorens het werd omgebouwd tot bibliotheek. Vorig jaar vierde de buurt het 25-jarig bestaan van hun bibliotheek.