Chemokar racet langs ... ergens tussen 9 en 5 uur
Het was de zaterdagmorgen van 5 juli jongstleden rond 10.00 uur en ik (vergeef me) lag lekker nog wat in bed toen ik werd opgeschrikt door de deurbel. ‘Deurbel? deurbel?’ dacht ik. Ik verwachtte niemand maar plotseling herinnerde ik me de flyer die op de deurmat had gelegen; het was weer chemokar-dag en ik had hem het afgelopen jaar al een aantal keer misgelopen en zodoende een aanzienlijke hoeveelheid afval verzameld. Het was daarom nu of nooit meer!
Normaal gesproken kondigt de chemokar zijn komst aan met steeds weer hetzelfde irritante muziekje uit de luidsprekers. Dit keer arriveerde hij kennelijk in stilte, maar dit terzijde. Ik wist wat mij te doen stond. Ik had geen seconde te verliezen en dus stormde ik naar het raam voor de eerste, noodzakelijke actie. Ik trok het raam open en brulde, terwijl ik de chemokar vijf seconden na het aanbellen reeds de bocht om zag gaan, naar één van de nog net zichtbare mannen in oranje pak: ‘Hallo, hallo, wacht even, wacht, ik heb inderdaad wat afval!’ Het hoofd van de man draaide zich om en zijn verbijsterde gezicht keek me aan; dit had hij werkelijk niet verwacht. Hij gaf desalniettemin schouderophalend aan even te zullen wachten. Mooi.
Dat scheelde. Stap één was geslaagd. En vervolgens? Eerst moest ik snel iets, maakt niet uit wat, aantrekken. En dan? ‘Het afval, waar is het afval. Ik had het nog wel klaargezet’. Aan de kapstok! Pakken die zakken. Ik griste ze bij elkaar. Iedere seconde telde. Tenslotte nog even: ‘mijn sleutels. De sleutels! Godverrrr...’. Niet te vinden. ‘Kijk dan goed!’ Nee, ze waren echt weg. Dat had ik weer. Paniek! Intussen liep de klok door en die man beneden weldra ook weer. Dat wist ik uit ervaring. Ik moest een besluit nemen. Dan maar zonder sleutels naar beneden. Hollen, denderen, drie trappen af. Deur open, en daar stond goddank de oranje gozer nog, ik gaf hem opgelucht mijn afval mee en.....trok in één beweging (macht der gewoonte) de voordeur achter me dicht.
Daar stond ik, naakt onder een niemendalletje, ongewassen, op rottige huisslippertjes, in de brandende zomerzon, met hond (die in de paniek ook maar mee was gehold), maar zonder sleutels, op straat en met een fikse wandeling naar de dichtstbijzijnde reservesleutels voor de boeg. Fijn begin van de dag. Dank u wel Staddeel Oud-Zuid voor uw fantastische ‘chemokar-‘service’.
Na dit incident en de daaraan voorafgaande ergernissen over deze regeling heb ik er genoeg van. Ik kan me voorstellen dat de hoeveelheid afval die het Stadsdeel Oud-Zuid nu ophaalt verwaarloosbaar klein is. En dat het Stadsdeel het hele onderwerp om die reden niet serieus neemt. Ik geloof echter niet dat er niet meer afval zou zijn, maar eerder dat bewoners hun afval, bij gebrek aan een fatsoenlijk alternatief, stilletjes ‘laten verdwijnen’. Zoiets is vanzelfsprekend niet bevorderlijk voor een schoon milieu, maar ik begrijp dergelijk gedrag wel.
Als het Stadsdeel Oud-Zuid het milieuvraagstuk werkelijk op de agenda heeft staan wordt het tijd ze op deze bespottelijke regeling aan te spreken en aan te dringen op een betere regeling die met hetzelfde gemak en kostenneutraal gerealiseerd kan worden. In Amsterdam Oost wordt bijvoorbeeld op de chemokar-flyer een vaste route aangegeven en bovendien stopt de kar een aantal maal geruime tijd op bepaalde vaste plekken. Op deze manier kunt u uw activiteiten voor de zaterdag plannen en, ondanks de chemokar, nog een leuke zaterdag hebben ook.
Ik zal u op de hoogte houden van mijn, nog in te dienen, bezwaar bij het Stadsdeel en de reacties daarop. Ook ben ik benieuwd naar uw mening.