Bouwput Ferdinand Bol: hoe lang nog?

'Hoe lang nog moet ik elke werkdag het gevaar van onzichtbaar naderende fietsers trotseren?'

Elke werkdag doorkruis ik per fiets de Ferdinand Bolstraat. Twee maal zelfs. ’s Ochtends op de heenweg, wanneer ik net als alle passanten haast heb om op tijd de plaats van bestemming te bereiken. En op de terugweg, wanneer het winkelend publiek bezit heef t genomen van wat er nog rest van de straat. Op beide momenten krijgt mijn irritatie de vrije loop.

Het kruispunt van de Eerste Jan Steenstraat met de Ferdinand Bolstraat kan namelijk alleen met ware doodsverachting betreden worden. De Heras hekwerken ontnemen er het verkeer elk zicht op medeweggebruikers. Ze zijn perfecte afschermingen van het gevaar dat nu vanuit alle hoeken en gaten op kan duiken, in het bijzonder in de winter, wanneer het veel langer donker is.

Het desolate bouwterrein kan elk moment het macabere decor vormen van een gekielhaald lichaam als er eventjes iemand net iets te gehaast en onvoldoende attent opereert.

Liefde aan diggelen
De Ferdinand Bolstraat was tot 2003 een bruisende winkelstraat in het hartje van De Pijp. Het was er hectisch, maar gezellig. Fietsers, automobilisten, trams en vooral veel voetgangers zorgden voor verkeersgevaar, maar er was veel leven op straat. De straat behoorde tot mijn favorieten in de stad. Het was prettig om te weten dat ik niet ver hoefde te gaan om de echte sfeer van de stad helemaal in mij op te zuigen. De Ferdinand Bolstraat was een smeltkroes van culturen met een verscheidenheid aan kleuren, eten en kleding.

Maar nu de straat al jarenlang openligt als een opengereten lichaam, omdat er ooit in een futuristisch jaar, een metro onderdoor moet lopen, ligt mijn liefde aan diggelen.

Grootste slachtoffer
Inmiddels ligt de hele stad op de schop, maar de Ferdinand Bolstraat lijkt daar een van de grootste slachtoffers van geworden. Chaos houdt de straat in de greep. Winkels staan leeg of zijn alleen nog via halsbrekende toeren te bereiken. Inkopen doe je er alleen omdat de winkel in de buurt of op de route naar huis is. Je aangenaam verpozen doe je het liefst ergens anders.

In deze eeuw geboren Amsterdammers hebben er bij de daadwerkelijke ingebruikneming van de lijn geen notie van wat de straat ooit voor de wijk betekend heeft. De aanleg van de lijn maakt in De Pijp, dat zelf zo fraai in de nabijheid ligt van zowel de stad als het WTC, meer kapot dan er ooit hersteld kan worden.

Stad ontnomen
Ik behoorde bij het referendum over de Noord/Zuidlijn tot de meerderheid, die tegen de aanleg was. Toch had ik begrip voor de voor argumenten. Ook ik ben trots op mijn stad en ook ik wil dat Amsterdam in de vaart der volkeren opgestuwd wordt. Ik heb alleen nooit kunnen inzien hoe de voordelen tegen de nadelen opwogen, zelfs niet bij strikte handhaving van het bouwschema.

Het is moeilijk te accepteren dat de Amsterdammers bijna twee decennia een groot deel van hun stad ontnomen wordt. De problemen stapelen zich steeds verder op en het lijkt alsof we ons nog op veel kommer en kwel kunnen voorbereiden. Er kunnen nog meer huizen verzakken, Amsterdam kan wegdrijven in het IJ of wie weet zelfs in de Noordzee. Neem me niet kwalijk dat ik als reactie op de kunst van de bagatellisering waar de overheid bij dit soort prestigeobjecten zo bedreven in is, deze wil vergelden met de kunst van de overdrijving. Het zijn onvergelijkbare grootheden, want er bestaat natuurlijk kunst met de grote K, gerepresenteerd door de meester zonder beperkingen, Geert Dales, en kunst met de kleine letter k, die van de kleine luiden.

Omweg maken
Hoe lang nog moet ik elke werkdag het gevaar van onzichtbaar naderende fietsers trotseren? Hoe lang kan een mens zich ergeren aan een dagelijkse situatie, waar hij geen andere invloed op heeft dan een flinke omweg te maken en en passant zich dan maar als doel te stellen de lichamelijke conditie op peil te brengen? Of moet ik de zegeningen tellen? In al die jaren dat de Ferdinand Bolstraat openligt, is voor mij als dagelijkse passant de enige waargenomen verbetering dat de openingen in het hekwerk nu structureel gehandhaafd blijven.

Dampartij
Er is een hele periode geweest dat ik geacht werd constant om te fietsen, omdat de bouwputten telkens weer op andere plaatsen afgezet waren. Openingen in het hekwerk werden net zo snel gedicht als dat ze gecreeerd werden. De openingstijden waren ongewis. Het was een soort van dampartij. Als ik besloten had het via die ene opening via de Govert Flinckstraat te proberen dan was de opening toevallig net verplaatst naar de 1e Jan van der Heijdenstraat en als ik de volgende dag de opening aan de 1e Jan van der Heijdenstraat probeerde te gebruiken dan werd ik verdreven naar de 1e Jan Steenstraat, die natuurlijk de volgende dag niet meer toegankelijk was. Het leek wel of ik tegen een damgrootmeester aan het spelen was, die me telkens een zet vooruit was. Uiteindelijk besloot ik me maar niet meer te ergeren en elke dag de omweg over de Ceintuurbaan te nemen. Totdat de damwedstrijd zonder vooraankondiging gestaakt werd. Zo bezien is er al veel gewonnen.