Blije Buren in De Pijp?

Peet en Fran van de Blije Buren

Blije Buren is een organisatie die zich zonder subsidie inzet voor mensen die eenzaam zijn of in de knel zitten. “Als ik vertel dat ik van Blije Buren ben, dan beginnen de mensen al te lachen.”

Peter Guelterus is initiator en bedenker van Blije Buren. Hij is gediplomeerd maatschappelijk werker, komt voort uit een Indonesische moeder en Groningse vader, groeide op in Amsterdam en heeft een veelbewogen leven achter zich. Peter woont en werkt aan de Cruquiuskade. Hij is met zijn compagnon en mede-initiatiefnemer Francesca Emma naarstig op zoek naar een ruimte in De Pijp, om zijn activiteiten voor Blije Buren uit te breiden. Ik tref Peter of ‘Peet’ aan in het Huis van de Buurt, waar wij chocolademelk drinken en hij schaamteloos mijn koekjes confisqueert.

“Ik ben met Francesca – Fran – Blije Buren begonnen als stichting in 2010,” steekt Peter van wal, “maar we begonnen een jaar daarvoor al met de voorloper, Villa JC. Dat JC stond voor Jacob Catskade. Die twee B’s van Blije Buren hebben ook extra betekenis. Ze staan voor de Biesboschstraat, de straat in de Rivierenbuurt waarin ik ben opgegroeid. Maar BB staat ook voor Babi Beatrice, de naam van mijn in 1999 overleden moeder. Zij was mijn inspiratiebron voor wat ik moest doen in het leven.”

Maar babi betekent toch varkentje? Heette je moeder echt zo? “Jazeker, geloof het of niet. Ik heb eens aan mijn oma gevraagd waarom ze mijn moeder zo heeft genoemd. Toen zei ze: ‘Peter, ik stond dag en nacht in de keuken en mijn lievelingsgerecht was babi pangang!’ Mijn moeder schaamde zich voor haar vreemde naam en is zich later Baby en Bea gaan noemen. Maar babi betekent nog veel meer, ik heb het allemaal uitgezocht. Babi is ook de naam van een grote community in Indonesië.”

Peter groeide op in een groot, warm maar chaotisch gezin. Er kwamen altijd mensen over de vloer. “We hadden het thuis niet breed, maar ik ben vanaf mijn geboorte geestelijk rijk geweest. Ik dacht altijd dat iedereen zo was. Een paar jaar geleden was ik op een reünie van school. Toen bleek dat al mijn klasgenootjes wel eens bij me thuis waren geweest. Ik maakte dus met iedereen vrienden en dat is wat ik nog steeds doe.”

Het is de manier waarop Peter in het leven staat – altijd mensen om zich heen – en waarop de filosofie van Blije Buren is gestoeld. “Wij zijn een buurtservicecentrum. Ik gebruik bewust de term buurthuis niet, want we willen geen hangplek voor mensen zijn. We zijn Blije Buren begonnen als voorziening om de eenzaamheid terug te dringen. Een op de vijf personen in Nederland voelt zich eenzaam en ik dacht hé, wat kan ik daar aan doen? Wij nodigen als Blije Buren altijd iedereen op zijn Indisch uit om aan een grote tafel te zitten. Dan krijg je een kopje thee of koffie, of een soepje van ons. Wat je dan ziet is dat de gesprekken op gang komen. Eenzame mensen kunnen bij ons zo een netwerkje opbouwen, zodat ze zich minder eenzaam voelen.”

Peter ziet zelf als zijn grootste kwaliteit en talent dat hij voedsel kan inzamelen. “Hoe je dat doet? Alles hangt af van je benadering. Als ik binnenkom en vertel dat ik van Blije Buren ben, dan beginnen de mensen al te lachen. Daarna vraag ik: ‘Heeft u eten wat u normaal gesproken weggooit?’ Ik wil namelijk niet aannemen wat uit de winkelschappen komt, want dan voel ik me net een bedelaar. Ik wil het voedsel dat voor de donateurs geen waarde meer heeft, maar wel voor ons.”

De werkdag van Peter en Fran begint om een uur of acht. “Op dit moment is onze auto kapot, dus wat we doen is met buren en vrijwilligers onze donateurs langs gaan. We hebben er momenteel een stuk of veertig: groenteboeren, bakkers, supermarkten. Er is een museum bij en een hotel. Sommige mensen hebben heel veel spullen waar ze dringend van af moeten. Net als bij mensen, is er voedsel met een deuk of een vlekje. Dat is niet over de datum of zo en niks mis mee: je kunt het gewoon eten. Wij halen dat op, delen het uit en gaan ermee koken. Wij delen dagelijks zo’n veertig kommen soep uit en dan zitten er ’s avonds twintig tot dertig man bij ons aan tafel.”

De activiteiten van Blije Buren werden financieel ondersteund door de gemeente Amsterdam, maar door een slepend conflict is dat inmiddels niet meer het geval. Om die reden noemt hij de donateurs liever niet bij naam. De stichting moet nu geheel zichzelf bedruipen. Peter doet zijn werk onbetaald en heeft op dit moment geen uitkering, het gevolg van een ander bureaucratisch treffen. “In het pand van Blije Buren aan de Cruquiuskade woon ik. Ik ben er als nachtwaker en sta er ingeschreven. Mijn huur wordt voorgeschoten door mijn broer en ik eet van wat we met Blije Buren ophalen. Alles wat we nu doen, doen wij vanuit mijn woning. Van de vijfentwintigduizend euro subsidie die de gemeente ons heeft beloofd, is uiteindelijk maar twaalfduizend overgemaakt. Dat was te weinig om ons pand brandveilig te maken en daardoor konden we niet op tijd met onze geplande activiteiten – naschoolse opvang en de integratie van ouderen – beginnen. Maar omdat het pand inmiddels ook mijn huis is kunnen wij onze huidige activiteiten voortzetten.”

Fran heeft net als Peter een Indonesische achtergrond. Ze heeft een bijstandsuitkering en geeft zeven dagen per week leiding aan wat Peter ‘het kookgebeuren’ noemt. Zodra het voedsel van de donateurs binnen is, gaat Fran met haar team aan de slag. “Ja,” lacht hij, “onze Indonesische achtergrond is onze stille kracht. Mensen komen op hun gemakkie aan en iedereen is welkom. Fran kan van alles koken, verschrikkelijk lekker! Bij ons komt van alles: jong en oud, arm en rijk, groen, geel en paars, alles! Mensen die dakloos zijn en soms al dertig jaar door Amsterdam zwerven. Die krijgen van ons als ze willen elke dag te eten, voor niks en zonder poespas.”

Peter heeft een hekel aan het begrip vrijwilligerswerk. Werk is per definitie iets wat met geld te maken heeft. Wij willen absoluut niet geassocieerd worden met geld of het belang van geld. Wij zien in de eerste plaats de waarde en de kwaliteiten van de mensen. Wij proberen mensen juist weer in aanraking te laten komen met de eigenschappen die iedereen in zich heeft, zoals behulpzaamheid, vriendelijkheid en dienstbaarheid. Als je mensen bewust maakt van die kwaliteiten kunnen ze daar de hele wereld mee in, met een knapzak!”

In de jaren tachtig van de vorige eeuw was Peter betrokken bij de roemruchte The Happy Family, die begon als jongerencentrum en eindigde als destijds revolutionaire en omstreden coffeeshopketen. “Op een gegeven moment hadden we twintigduizend leden en waren we alleen nog maar met geld bezig. Als ik daar nu op terugkijk, besef ik hoe arm ik toen was: het enige wat ik had was geld. Ik ben toen uit de organisatie gestapt.”

De koek is op en de chocolademelk ook. Ik loop met Peter naar buiten. Hij is op weg naar een bijeenkomst van Hallo de Pijp, die opkomt voor de belangen van de buurtbewoners. Onderweg spreekt hij passanten aan en deelt hij flyers uit. “Vond je het een leuk interview? Wij willen een plek in de buurt, hier in de Pijp. Ik ga onderzoeken of daar een draagvlak voor is in deze buurt. Er zijn overal Broedplaatsen voor kunstenaars in de stad, maar ik vind dat er ook een ruimte voor Blije Buren moet zijn. Als mensen dat willen kunnen ze mailen naar info@blijeburen.nl.
Kun je dat in je stukkie zetten?”