Alledaags

Het leven van mensen in de buurt: Ana

Een meisje van 10 jaar, eigenwijs en wijs.

Ze vertelt: “Om 7 uur word ik altijd wakker. Vanzelf. Ik heb altijd wel zin in school, dus mijn benen nemen me vanzelf mee, het krakende trappetje van ons stapelbed af. Door dat trappetje ben ik altijd meteen helemaal wakker. Onder ligt mijn slapende broertje. Hij is vijf en een half jaar jonger dan ik. Als je onder slaapt, dan kan je gewoon je bed uit rollen. In de kamer van papa en mama is het nog donker. Ik maak mama wakker. Ik ben haar wekker. Zachtjes duw ik tegen haar arm. Ze blijft nog even liggen als ik ga douchen. Als ik niet wakker word, dan verslapen we ons allemaal. Dat gebeurt wel eens.

Dan maak ik brood voor school, voor mij en Joeri. Dat is wel leuk, want dan kan ik stiekem van de kaas en de worst snoepen. Met z’n drieën zitten we aan tafel. Mama, Joeri en ik. We eten rustig. Papa slaapt nog.

Als ik de deur uit ga roept papa nog: ‘Doe je haar in een staart!’ Papa heeft er een hekel aan als ik mijn haar los draag. Snel doe ik mijn elastiekje in mijn haar, maar nog voordat ik op de fiets zit, haal ik het er weer uit. Een staart zit helemaal niet lekker.

Gauw fiets ik weg. Ik wil op tijd zijn, want anders staart iedereen zo naar je, als je te laat de klas in loopt. Bij binnenkomst geef ik de juf een hand. ‘Goedemorgen juffrouw’. Ze is heel streng. Je moet altijd binnen korte tijd je werk af hebben. Na tien minuten zegt ze: pennen neer! Als je dan doorschrijft komt ze je pen echt afpakken. Om 12 uur mogen we buiten spelen. Onderweg naar de speelplaats loop ik altijd langs Joeri’s klas. Ik ga naar binnen en vraag hem of hij zijn brood wel lekker vindt. Als hij het vies vindt dan mag hij zijn boterham met mij ruilen.

’s Avonds aan tafel vertel ik veel over school. Joeri niet, die is niet zo spraakzaam. Hij vertelt alleen dat iemand hem heeft geslagen en dan krijgt hij meteen twee pleisters. Ik zit naast papa. En naast papa ben je altijd de pineut. Die houdt je heel goed in de gaten. Of je wel netjes eet, met bestek. Tegenover me zie ik Joeri met zijn handen eten, maar niemand zegt er wat van.

Joeri slaapt al als ik het krakende laddertje weer op klim. Boven in mijn bed lig ik wakker. Ik denk over mijn dag. En over mijn verjaardag. Ik ga een feestje geven. Wie zal ik uitnodigen? Over twee en een halve week word ik 11 jaar.”