Alledaags

Het leven van mensen in de buurt: Victoria

Victoria van Campen (66 jaar), gepensioneerd en nog wat ongeorganiseerd:
“Ik heb heel veel schriften. Daarin hou ik bij wat ik moet doen op een dag, of ik schrijf er mijn aantekeningen in. Van mijn cursus Word bijvoorbeeld. En ’s avonds schrijf ik vaak mijn gedachten op in zo’n schrift, vlak voordat ik naar bed ga. Dat helpt me om dingen van me af te zetten.

De volgende ochtend kan ik het schrift met mijn avondgedachten niet terugvinden. Het ligt niet meer naast me op mijn nachtkastje. Maar is verhuisd naar de keuken: daar ligt het netjes dichtgeslagen in een rij, tussen mijn andere schriften. Mijn echtgenoot is daar verantwoordelijk voor: hij ordent en rangschikt alle spullen in huis. Dat kan heel handig zijn, want ik ben regelmatig iets kwijt. Maar soms is het ook heel onhandig, want om mijn avondgedachten weer terug te vinden moet ik nu al mijn schriften open slaan. “In welk schrift heb ik ze ook alweer opgeschreven?” Geen idee. Ik heb zoveel schriften. En op de voorkant staat niet geschreven wat er in staat.

Gelukkig heb ik alle tijd om te zoeken door mijn schrijfsels. Want e hoeven niet veel te doen op een dag. De periode dat de klok ons leven bepaalde is helemaal voorbij. Nu mogen we onze dagen door onze vingers laten glijden. Dat is echt heerlijk. ’s Ochtends wakker worden en nog even nasoezen... Dan laat ik mijn gedachten gaan over leuke dingen. Met een half open oog kijk ik naar buiten en zie hoe het ochtendlicht zijn eerste stralen laat vallen op de vurig bloeiende bloemen in de zomer, en de rijke, rode herfstdeken in het najaar.

Tussen 7 en 8 worden we wakker. Mijn man doet dan altijd de gordijnen open en zet ons radiootje op mijn nachtkastje, want aan mijn kant is de ontvangst beter. Samen luisteren we naar klassieke muziek. Tot het acht uur journaal, daarna staan we op. We douchen om de beurt en hij zet koffie en maakt de ontbijttafel klaar. Aan tafel babbelen we. Of we zitten soms wel eens chagrijnig tegen over elkaar.

Als hij mijn horloge van mijn nachtkastje heeft gehaald bijvoorbeeld, omdat hij het niet mooi vindt staan naast het radiootje. Daar kan ik heel kwaad om worden. Maar ik kan er daarna ook wel weer om lachen. We zijn al zo lang samen. En passen goed bij elkaar, zo verschillend als we zijn: hij de denker, serieus en geordend. En ik fladder meer: licht en vrolijk, en ook wat chaotisch.

Maar, ik ben wel van plan om dingen anders te gaan doen. Wacht maar af. Tegen de tijd dat ik 80 ben, ben ik super georganiseerd! Sinds kort werk ik er aan. Ik heb alvast nieuwe schriften gekocht, en daarmee ga ik alles heel anders aanpakken.”