Albert Cuyp staat nog met rug naar toekomst

Marktkoopman Joop Rooze in zijn groentenkraam op de Albert Cuyp

De grootste dagmarkt van Nederland floreert niet meer zoals vroeger. Over de plannen van de politiek om de Albert Cuypmarkt te herstructureren praten de meeste marktkooplui liever niet. Slaagt de politiek erin de markt te veranderen?
 

Joop Rooze is een marktkoopman in hart en nieren. De groentenhandelaar wordt gekscherend “de burgemeester van de Albert Cuyp” genoemd. Vorig jaar werd hij genomineerd voor Amsterdammer van het jaar. Al jarenlang stelt hij drie keer per week groentensoep aan zwervers beschikbaar. Met iedere klant maakt hij een praatje en aan allemaal deelt hij bonbons uit, zoals hij zijn blauwe druiven noemt. De liefde voor zijn vak zet hij om in promotie voor de Albert Cuypmarkt.

Hij weet precies hoe de markt ervoor staat. “In de zomer is de markt lekker druk en levendig, maar in de winter hebben we te weinig klandizie. Eigenlijk hebben we dan een dak boven ons hoofd nodig.”

Rug aan rug
Stadsdeel Oud-Zuid liet door bureau Merkatormarketing onderzoeken hoe de Albert Cuypmarkt er momenteel voorstaat. Geconstateerd is dat sommige marktkooplui flink verdienen door marktplaatsen voor meer dan 5 keer het officiële tarief door te verpachten. De wachttijd voor een officieel aangewezen markplaats is mede daardoor ongeveer twintig jaar. Er zijn rigoureuze maatregelen nodig om de concurrentiepositie van de markt te verbeteren. Voorgesteld wordt om de marktkramen in de toekomst rug aan rug op te stellen, waardoor niet langer, zoals nu, 40 procent van de kramen fungeert als een onbemande vitrine voor de door de marktkramen aan het oog onttrokken winkels.

Parkeerproblemen
De meeste marktkooplieden willen liever niet of alleen anoniem over de toekomstsituatie spreken. Een vriendelijke Pakistaanse handelaar in tassen beaamt dat er op de markt veranderingen nodig zijn. Maar zelf heeft hij, net als zoveel anderen een dubbelrol. Hij werkt mee aan het systeem van verpachten. “Ik kan me niet voorstellen dat marktlieden zonder verzet afstand doen van het pachtsysteem. Dat kost hun geld” Een verkoper van huishoudelijke artikelen denkt dat de politiek de markt als een melkkoe gebruikt en de marktlieden het leven zuur maakt. “Alle parkeerplaatsen worden weggehaald. Mensen van buiten de stad kunnen hun auto nergens parkeren. En als ondernemers samen iets willen organiseren, zoals een eigen goedkopere reinigingsdienst, dan is dat onbespreekbaar.”

Rooze is de enige marktkoopman die vrijuit spreekt. “Als het slecht weer is, loont het nauwelijks de moeite om te gaan staan. Je bent dan gewoon om zes uur al in touw en ’s avonds moet je nog je administratie doen, terwijl de opbrengsten dan lager zijn dan de vaste lasten. Een rug aan rug opstelling zie ik ook niet als de oplossing. We hebben er mee te maken dat mensen niet meer elke dag voor het hele gezin kopen, maar alleen op zaterdag komen om in het weekend lekker te kunnen koken. Maar ook de parkeerproblemen en de overlast van de metroaanleg kosten ons omzet.”

Koudwatervrees
Anke Kuijpers is uittredend secretaris van de Albert Cuyp Belangenvereniging, maar spreekt op persoonlijke titel. Zij denkt dat bij de overdracht van de verantwoordelijkheid van de markt van de centrale stad naar het toenmalige stadsdeel De Pijp in de jaren tachtig een machtsvacuüm is ontstaan. “Het toezicht op de markt verslapte en het systeem van onderhands verpachten trad in werking”.

Kuijpers ziet in de gedane voorstellen van het stadsdeel veel heil, omdat de overheid straks weer greep op de markt krijgt. “Jammer alleen dat de tot voor kort verantwoordelijke wethouder Linthorst de markt onlangs in Het Parool zo negatief wegzette. Dat verdient de markt niet. De opstelling van veel marktlui is voornamelijk koudwatervrees. De oudere marktlui hebben de goede tijden van na de oorlog nog meegemaakt. Die vette jaren zijn voorbij.”

Eigen boezem
Kuijpers: “We moeten aan branchering doen, dus minder textiel. De doorstroming moet verbeteren, jonge mensen moeten een kans krijgen. Door het onderhands verpachten uit te bannen krijgen kleine zelfstandigen straks meer kansen. Marktkooplui schuiven de schuld te gemakkelijk op bijvoorbeeld het parkeerbeleid in de buurt dat inderdaad niet ideaal is, maar de ondernemers mogen ook wel een beetje de hand in eigen boezem steken. Het is zo belangrijk dat de marktkooplui zich realiseren dat ze met elkaar de markt zijn en dat ze één vuist moeten maken.”