Afscheidsinterview met Ton van der Tas

Ton van der Tas

Afscheid van zijn rubriek ‘Prenten van Weleer‘... maar niet zonder een prachtig boek met alle afleveringen!

”Het gaat me niet om hoeveel. Als iemand zegt: ik heb tienduizend kaarten, dan betekent dat niets voor mij. Liever honderd heel mooie dan duizend iets mindere.” Ton van der Tas is als ansichtkaarten-verzamelaar een fijnproever. Zijn verzameling gaat exclusief over De Pijp, en in dit nummer van de Pijp Krant staat zijn vijftigste en laatste aflevering van zijn rubriek ‘Prenten van Weleer‘, die hij sinds 2010 voor De Pijp Krant schreef. Zijn vijftigste en laatste aflevering staat op pagina 11.

”Kijk eens achter je,” zegt Ton. Er valt veel te zien in de gezellige woonkamer met uitzicht op het Van der Helstplein, maar hij wijst op een oude ingelijste foto. ”Die is ongeveer genomen vanaf het Amstelhotel; je kijkt over de rivier en ziet daar het Paleis voor Volksvlijt, waar nu de Nederlandse Bank staat – maar veel interessanter: links zie je de molens van de Zaagmolensloot. Geweldig toch? Dat is nu de Albert Cuyp. De Pijp. Maar De Pijp als wijk bestond nog niet.”

Deze foto, vertelt Ton, is van nét voor de ansichtkaartenrage, die eind negentiende eeuw losbarstte. ”Toen bestond De Pijp al wél en werden er straatscenes op ansichtkaarten verbeeld. Die kaarten werden niet verkocht aan toeristen, maar aan de bewoners zelf, die zo hun straat konden laten zien aan verre vrienden en familie. Daarom werd bijna iedere straat en elke winkelrij vereeuwigd. Het liefst met zo‘n hele sliert kinderen erop, zodat hun ouders die kaart ook wel wilden hebben. Overal doken kleine, lokale uitgeverijtjes op, de nieuwe mode. Pas veel later, vanaf de jaren zestig, zie je dat de kaartenuitgevers zich op de toeristen gingen richten en werd vooral het centrum van de stad op kaarten gezet.”

Ton van der Tas rolde in de ansichten door zijn vader. ”Nog niet zo vreselijk lang geleden, in 2009. Hij had een mooie verzameling, maar wilde zich helemaal op Zoetermeer gaan richten, waar hij woont. Ik kreeg de albums met de overige kaarten, waaronder veel van Amsterdam. Het leek me leuk om te gaan verzamelen, maar Amsterdam is een veel te groot onderwerp, daar is veel te veel van. Ook Amsterdam Zuid bleek te veel, en zo heb ik me beperkt tot De Pijp. Dat is te overzien. Ik ben er meteen vol in gedoken. Overal gezocht, natuurlijk ook op beurzen en bij handelaren. Ik ben gek op geschiedenis en dat gaat prachtig samen met die ansichten. Door naar die straatbeelden te kijken, kan ik me helemaal voorstellen hoe mensen toen leefden.”

Een vriendin raadde in 2010 aan om eens met De Pijp Krant te gaan praten, want zoveel fraais moest natuurlijk gedeeld worden met de bewoners van de wijk. Ton: ”Zo ben ik begonnen met Prenten van Weleer. Steeds een kaart en een uitleg over wat erop te zien is. Dat kostte enorm veel speurwerk in het Gemeentearchief, in boeken en op het internet. Welke winkelier zat precies waar? Wat was er nog niet of niet meer te zien en wat wel? Geweldig fijn om te doen. Ik heb De Pijp door en door leren kennen.”

Toch stopt hij er nu mee. ”Niet met verzamelen hoor, maar ik heb het gevoel dat ik na vijftig afleveringen mijn verhaal over de wijk wel heb verteld. Ik heb er veel tijd ingestoken, en die tijd ga ik nu gebruiken voor wat anders. Er is zoveel moois en interessants in de wereld, in de kunst, de geschiedenis, de stad Amsterdam. Het is mooi zo.”

En wat helemaal mooi is, is het boek dat deze maand verschijnt, met alle afleveringen van Prenten van Weleer nog eens op een rij. ”Ik heb de verhalen die ik al die jaren schreef nog eens flink bewerkt, want eerlijk gezegd was ik vooral over de vroegste afleveringen niet meer zo tevreden. Ik heb er sindsdien zoveel nieuwe dingen bijgeleerd en ik ben beter gaan schrijven. Maar de ansichten zijn precies dezelfde. Bijna de hele Pijp staat erin, al zijn er – frustrerend genoeg – straten waar ik nog nooit een kaart van ben tegen gekomen. Het boek geeft, denk ik, een tamelijk compleet beeld van De Pijp in vroeger dagen. Ik hoop dat veel mensen er plezier aan zullen beleven.”

Het is inderdaad een indrukwekkend boek geworden, uitgegeven in eigen beheer en vormgegeven door scheidend Pijp Krant-hoofdredacteur Gert Meijerink. Het is te koop.


Hoe kunt u het boek ‘Prenten van Weleer’ (kosten €12,50) bestellen?

- Woont u in De Pijp, stuur dan een mail met uw adresgegevens naar amvandertas@gmail.com. Na het voldoen van een betalingsverzoek per bank, komt Ton het boek persoonlijk bij u thuis bezorgen.

- Woont u buiten De Pijp, stuur dan ook een mail met uw adresgegevens naar amvandertas@gmail.com. U hoort dan van Ton wat de verzendkosten zijn en krijgt u na betaling het boek via de post thuis bezorgd.

Bekijk ook www.facebook.com de Prenten van Weleer.