Aanmelding voor het schoolvoetbaltoernooi, 1934

Begin maart 1934 meldde D. Ferwerda, hoofd van de Pieter Aertszsschool op de Amsteldijk, elf van zijn zesdeklassers aan voor de komende schoolvoetbalwedstrijden, die zoals gebruikelijk gehouden werden in de paasvakantie, dat jaar in de eerste week van april. De aanvankelijk ingevulde reservespeler (zo te zien een ouder broertje van één van de elf), werd bij nader inzien geschrapt. Met behulp van dit simpele formulier reconstrueerde Peter-Paul de Baer, onder meer hoofdredacteur van het maandblad Ons Amsterdam het wel en wee van een Amsterdamse schoolklas uit De Pijp.

Schoolvoetbal
De traditie van jaarlijkse voetbalwedstrijden tussen scholen werd in Amsterdam uitgevonden. De allereerste wedstrijdjes, in 1904, werden georganiseerd door de 27-jarige sportgek J.A.J.M. van Waterschoot van de Gracht, zoon van een bekende katholieke notaris op de Herengracht. In 1905 ging het er al meer gestructureerd, met behulp van de jonge Amsterdamsche Bond voor Lichamelijke Ontwikkeling (ABLO). Een paar jaar later werd de organisatie overgenomen door de Amsterdamsche Voetbal Bond (AVB), waarvan Van Waterschoot bestuurslid was. Die stelde een speciale Schoolvoetbalcommissie in.

De schoolvoetbalcommissie
Voorzitter daarvan was van 1916 tot zijn dood in 1941 Herman J. Bon, hoofd van de Von Zesenschool op de Zeeburgerdijk en bestuurder van het Nederlandsch Onderwijzers Genootschap. Zijn school was ook het adres van de commissie. Op den duur kreeg hij de erenaam ‘Pa Bon’. Een ander bekend commissielid was schrijver/onderwijzer Theo Thijssen, die ook als scheidsrechter optrad. In 1934 waren er vijf leeftijdsklassen, de eerste vier voor middelbare scholieren, de vijfde voor leerlingen van de lagere school. Sinds 1998 zijn middelbare scholen van deelname uitgesloten, vanwege toenemende relletjes.

Pieter Aertszschool
Eind 19de eeuw werd op de Amsteldijk 66 een statig schoolgebouw neergezet, dat twee scholen ging huisvesten. Eerst hadden die een nummer, vanaf 1920 heetten ze de Amsteldijkschool en de Pieter Aertszschool. Allebei waren openbare lagere scholen voor jongens en meisjes. In 1967 werd het fraaie pand gesloopt voor uitbreiding van het Gemeentearchief (het huidige Stadsarchief), sinds 1914 gevestigd op nummer 67 (links ernaast) in het voormalige gemeentehuis van Nieuwer-Amstel. Op de plaats van de school kwam in 1968 strakke nieuwbouw van beton en veel glas.

Grote verwachtingen
Samen met een circulaire van de AVB-Schoolvoetbalcommissie aan de scholen uit hetzelfde jaar kwam alleen dit formulier terecht in de ‘bibliotheek-collectie’ van (toen nog) het Gemeentearchief. Hoe, dat is onbekend, maar we zijn er blij mee. Van het archief van de Amsterdamsche Voetbal Bond en haar commissies in namelijk vrijwel niks over. Dankzij de circulaire weten we nu bijvoorbeeld zeker dat Theo Thijssen in ieder geval toen commissielid was. Maar het formulier leert ons toevallig ook iets over de leerlingen van de school. En dat is mooi, omdat van de meeste Amsterdamse scholen de gegevens over leerlingen uit die tijd verloren zijn gegaan en de gemeente pas in 1937 begon met een centrale registratie in de vorm van ‘leerlingenkaarten’.

Informatie
Als de voor het schoolteam uitverkoren jongens representatief zijn voor alle leerlingen, dan woonden de leerlingen van de Pieter Aertszschool in doorsnee in het oudere deel van De Pijp, vlakbij de school. En er is nóg iets uit af te lezen: Hoe het tenue van het schoolteam eruit zag, is niet ingevuld. Dat geeft aan dat het geen rijkeluisschool was. Alleen die konden zich eigen shirts en broekjes permitteren. De rest kreeg van de Schoolvoetbalcommissie gekleurde linten om zich van andere scholen te onderscheiden.

Wat is er van ze geworden?
Zo’n document roept ook emoties op. Het is niet moeilijk in te voelen hoe trots de leerlingen zich hebben gevoeld bij hun uitverkiezing. En onwillekeurig vraag ik me af: wat is er van ze geworden? Met behulp van het Amsterdamse telefoonboek heb ik zelf geprobeerd dat te achterhalen. Helaas bleek bijna niemand meer naspeurbaar. Van Henk Andringa wist een verre achterneef in een Familieboek terug te vinden dat hij in 1982 in Spanje overleed. En Bertje Servais schijnt nu in de Bijlmer te wonen. Van de rest weet ik niks, - behalve van Jan Klaverstijn. Die is ook al jaren dood, maar zijn gelijknamige neef bewaard goede herinneringen aan hem. Hij was huisschilder in Alphen aan de Rijn en is altijd blijven voetballen, bij ODIV, “op een best hoog niveau”. Het is dus allemaal niet voor niks geweest.