2x5 - Afscheid van de verzorgingsstaat

Adinda de Baat: “Elke stap die je in het leven zet is een keuze.”

Adinda de Baat is Coördinator Maatschappelijk Werk, Wijkpost De Pijp, Participatie & Activering bij Combiwel in stadsdeel Zuid. Zij is de zesde persoon die in de serie 2x5 aan het woord komt. 2x5 is een portret aan de hand van twee maal vijf vragen: vijf over de persoon en vijf over het beroep.

Naam: Adinda de Baat
Geboren: Amsterdam, 1950
Is: Coördinator Maatschappelijk Werk, Wijkpost De Pijp, Participatie & Activering bij Combiwel in stadsdeel Zuid

PERSOON
1 (Hobby) “Over twee jaar, als ik met pensioen ben, wil ik weer veel tijd vrij maken voor tekenen en schilderen. Ik kom oorspronkelijk van de kunstacademie. Ik beschouw kunst als een te grote passie om
naast mijn werk te doen. Nu lees ik veel.”

2 (Inspirator) “Ik laat me graag door verschillende mensen op vele vlakken inspireren. Van huis uit heb ik mijn maatschappelijke betrokkenheid voornamelijk ontwikkeld dankzij mijn moeder. Van mijn vader heb ik de kunstzinnigheid. Mijn moeder zat in het onderwijs, mijn vader was kunstenaar. ”

3 (Motto) “Wees je bewust dat elke stap die je in het leven zet een keuze is. Er zijn vaak meer mogelijkheden dan je denkt.”

4 (Buurt) “Wat maakt de Pijp De Pijp? De Pijp is zonder meer een van de leukste buurten van Amsterdam. De diversiteit van de bevolking. De Pijp is Amsterdamser dan het centrum. Dat is zo toeristisch. De Pijp heeft ook een bepaalde lelijkheid, die tegelijkertijd ook heel mooi is. En dan is er dat saamhorigheidsgevoel. Op het gebied van de burgerparticipatie is er een grote potentie.”

5 (Droom/visioen) “Ik hoop dat we in dit land snel leren samenleven. De overgang van verzorgingsstaat naar participatiemaatschappij is een mooie uitdaging die voor een mentaliteitsverandering kan zorgen. Maar voor die verandering moeten we wel de tijd nemen. Nu gaat het te snel. Het moet namelijk wel gaan lukken. De winst is dan dat op den duur eenzaamheid lang niet meer zo’n groot maatschappelijk probleem zal zijn.”

“Onze manier van werken verandert. Met de overgang van verzorgingsstaat naar participatiemaatschappij rollen de ontwikkelingen over elkaar heen”

BEROEP
1 Wat houdt je functie in? Waar ben je voor verantwoordelijk? “Ik combineer verschillende functies. Ik ben in 2005 begonnen als leidinggevende van een wijkpost voor ouderen, een informatiepunt waar ouderen met hun vragen terecht konden. De ervaring die ik daar met maatschappelijk werk opdeed, bleek ook goed bruikbaar voor het participatie- en activeringswerk. Voor een deel overlapt het elkaar. Ik werd vervolgens leidinggevende van beide teams. Ik coördineer taken, motiveer medewerkers en stuur ze aan. Belangrijk is ook dat ik nieuwe ontwikkelingen bijhoud. Daar heb ik mijn handen vol aan, want de nieuwe ontwikkelingen rollen momenteel over elkaar heen.

Het stond al in de troonrede dit jaar: de verzorgingsstaat verandert in een participatiemaatschappij. Onze manier van werken gaat de komende tijd daardoor erg veranderen. Ik begeleid de medewerkers hierin. Een deel van hen komt terecht bij de maatschappelijke dienstverlening van Puur Zuid, die dit volgend jaar van Combiwel gaat overnemen.

Daarnaast ben ik nog verantwoordelijk voor de huiskamers in de wijk. Dit zijn laagdrempelige voorzieningen voor mensen die met eenzaamheid kampen.

2 Wat is de doelgroep? Wat voor profiel hebben de cliënten? “Mijn medewerkers richten zich op de kwetsbare burgers. Daaronder versta ik mensen voor wie het moeilijk is om richting te geven aan hun eigen leven. Soms gaat dat om details, anderen hebben beperkingen op vele vlakken. Psychisch, lichamelijk, een verslaving. Meestal hebben de cliënten van ons een klein netwerk. Hun familie zien ze niet meer, vrienden hebben ze weinig. Bij ouderen zijn veel mensen weggevallen.”

3 Wat is je werkplek? Hoe vaak ben je kantoor? “Sinds enkele maanden heb ik in Huize Lydia mijn kantoor. Een beetje onhandig, omdat mijn medewerkers in De Pijp zelf werken, bijvoorbeeld bij D’Oude Raai. In De Pijp ben ik helemaal geworteld. Ik kwam er op straat al iedereen tegen. Ik voel dat het contact met de werkvloer nu al wat minder is geworden.

Ik ben veel op kantoor, maar voor overleg met mijn medewerkers ga ik vaak naar hun werkplek. Ik zit vaak in een vergadering.”

4 Hoe verlopen contacten? Hoe werf je cliënten? “Ik heb elke werkdag met tientallen mensen contact. Om bij de tijd te blijven volstaat een paar contacten niet meer. Ik ben constant op zoek naar informatie om de ontwikkelingen in het werk positief te kunnen laten verlopen. Daar heb je een groot netwerk voor nodig.

Zelf werf ik niet actief cliënten. Dat doen mijn medewerkers. Maatschappelijk werkers werken voor mensen die doorverwezen zijn. Medewerkers Participatie & Activering moeten om bewoners te bereiken nu al echt de boer op. Ze moeten de hele wijk leren kennen. In de Rivierenbuurt bereikten we mensen zelfs door in een autobus mensen met koffie te ontvangen. Dan hoor je wat een buurt bezighoudt.

5 over welk initiatief (van de laatste tijd) ben je enthousiast? “Wat me aangenaam positief verrast is de betrokkenheid van bewoners met de buurt. We proberen momenteel goed zicht te krijgen op de zogenaamde informele ondersteuningsdienst, simpel gezegd de hulp van familie, buren en vrijwilligers. Veel mensen willen zich vrijwillig inzetten voor de buurt. Opmerkelijk is dat deze burenhulp per straat en zelfs per woonblok varieert, maar het is mij duidelijk dat veel bewoners niet onverschillig zijn. Er is genoeg goede wil.